donderdag 27 november 2014

Klein geluk

zondag 25 oktober 2009

Klein geluk

Die Griekse eilandochtend, Oktober 2014, terwijl Adriaan Worteldans aan het lezen is, wordt Alfons Antana wakker met de stijve jongeheer van een Limburgse man. Hij besluit zijn zwembroek alvast aan te trekken, voor zover het touwtje niet knapt is alles nog te redden, mits hij met de juiste argumenten komt. De juiste argumenten zijn ook tijdens een vakantie noodzakelijk.Alfons heeft ook een boek, een iets dunner boek, dunne boeken lezen makkelijker,
"De duivenkwestie van Alkmaar",
en hij gaat daar vandaag mee beginnen. Alfons en Adriaan eten wat, ze roken wat, hij drinkt het laatste restje wijn, zonde om weg te gooien, van de vorige avond.
"Ik heb mijn zwembroek al aan"
laat Alfons weten.
"Dat is mooi, de zee is diep en onstuimig"
"We gaan"
"Okay"

De kleine huurauto daalt zonder gas te hoeven geven over de weg naar beneden richting strand, overal hangen badlakens, speelgoedbeesten, opblaasbare rubberboten, snorkels, zwembroeken, surfplanken. Maar Alfons Antana heeft voldoende aan een boek, als de Grieken tenminste een keer ophouden om hem zijn handtekening te vragen.Alfons is niet die vreemde gek, die verwende auteur die zijn geweten en grenzen niet kent, hij is de donkere Alfons, en hij gaat niet naar een psychiater maar naar een gebedsgenezeres, die verdomt goede gedichten schrijft, over de natuur en over metafysica. Het komt allemaal samen in haar dolzinnige beweringen, de legende valt op zijn plaats, de tijd heeft een bestemming."De duivenkwestie van Alkmaar", waarom heeft Adriaan dat boek voor hem uitgekozen, was er geen beter boek in de boekenwinkel, hij vraagt het zich af.Adriaan Worteldans verdwijnt langzaam in zee. De eerste bladzijde van de Duivenkwestie is behoorlijk saai, er komt geen enkele Amsterdammer in voor, en dat is toch een voorwaarde voor een goede argumentatie.Langzaam begint de lul, met zijn Limburgs accent, in zijn zwembroek te zwellen. Even die oogopslag, dat was genoeg voor een veel deftiger woord. Hij voelt zich schuldig, ziet alleen nog maar de snorkel van vriend Adriaan Worteldans in zee. De hete Griekse zon, bruint het zwoele lichaam van de donkere Alfons, die langzaam maar zeker zijn jonge heer weer onder controle krijgt. De eerste bladzijde van "de Duivenkwestie van Alkmaar" was echt knudde, een gevoelloos absurdistische lap tekst zonder enige aanwijzingen voor de lezer. Allemaal zonder emoties geschreven, droog voer voor verwende intellectuelen. De tweede bladzijde ligt nu naast hem in het warme strandzand. In de verte ziet hij de snorkel van Adriaan uit de golven steken. Af en toe beweegt het zware lichaam van de oudere al licht grijzende vriend zich boven de schuimende golven, als een verdwaalde zeeolifant op duikcursus. De omvang van zijn buik neemt met de lengte der dagen toe.Alfons laat zijn gedachten opnieuw naar de knappe jongeman met het Limburgs accent gaan. Hier is het veilig, alle maskers van de Christenen, en hoofddoekjes van de Moslims zijn afgevallen onder genadeloze ongenaakbare Griekse eilandzon die alle lijven bruint tot Olympische proporties. Het geluk ligt in het dromen. Dromen dat ooit alle taboes en vooroordelen de wereld uit zijn. Het leven bevrijdt is van de dominees, en moeder Theresa's en er eindelijk gelijkwaardigheid is tussen mens en dier, zee en land, kust en bergen, erotiek en liefde, vrijheid en kleinburgerlijkheid.Maar er is nog een lange weg te gaan, de inhoud van de zwembroek van Alfons knelt, zoals een rijpe banaan in een te krappe verpakking. Het touwtje zit te strak, hij heeft voor zichzelf ook een snorkel. Een snorkel met een extra lange luchtpijp, voor als hij langere tijd onder water moet blijven. De tijden veranderen, de mensen worden steeds vrijer, gelukkiger in hart en ziel. Het is niet meer zoals vroeger, toen leven door God verboden werd, en er mensen achter hem aan liepen, zonder hem te danken voor zijn handtekeningen.Er zijn mensen zat, die net zo gevoelig zijn als hij. Er kaatst weer hoop in de vakantiespiegel. Vooroordelen verdwijnen als een Adriaan Worteldans in de zee.Alfons Antana begint in zichzelf te praten.

Ik kan hier vandaan jouw gedachten lezen. Lieve vriend. Je hebt me gered uit de malaise, toen er geen hoop, huis of liefde was, heb jij mij weer op straat gezet, en dat was het beste wat je kon doen, gezien de situatie. Dankbaarheid alom, het Griekse zand kriebelt heet tussen mijn dijen. Ik ben de gelukkige vakantie lezer, de Antana van de zon, de aaibare smeerbaarheids factor van het geweten. Het geluk ligt voor het oprapen. Komt steeds dichterbij. Het geluk nadert snel. Als we niet opschieten.





© oktober 2009, mobar

1 opmerking:


  1. Thursday, August 13, 2009 16:47

    Sterk schrijven... fraai hoor!

    Liefs Dina


    switi lobi

    Thursday, August 13, 2009 01:00

    Krachtig schrijven...




    Stip

    Wednesday, August 12, 2009 13:10

    Wauw! je raakt me enorm!

    stipje


    nana

    Tuesday, August 11, 2009 21:43

    heftige emotie maar puur

    mooi!


    M-Rose

    Tuesday, August 11, 2009 21:25

    graag door-lezen omder thema Mobar

    jouw gelouterd schrijven

    BeantwoordenVerwijderen