Het cabaret van de ziel
Sylvanus, de middelste en slimste zoon van het in de ban geraakte volkse
gezin Groentelijf, werd artistieke kunstschilder in het oude Amsterdam,
maar ging failliet na afloop van zijn eerste tentoonstelling.
Sylvanus Groentelijf besteedde de rest van zijn leven aan het schrijven
van een nooit gereed geraakt verhaal: Het cabaret van de ziel.
Dit is het verhaal waar Hubert Stuipje aka Okselaapje de hand op heeft proberen te leggen.
Hoofdrolspeler in dit verhaal is de paprikateler Arnold Roodkop, die
tijdens een reünie van de middelbare tuinbouwschool, Sylvanus tegen het
lijf loopt en hem een stapel brieven in zijn handen duwt, met de woorden
"Jij bent ontmaskerd beste Sylvanus ! " "Jij bent Donald Dankzand".
Sylvanus gaat ontmaskerd en ontnuchterd naar huis, neemt afscheid van
zijn herinneringen en begint de brieven van Donald Dankzand te lezen.
Onder sommige woorden staan rode strepen. Het papier ruikt naar paprika.
Het papier ruikt zeer sterk naar paprika, de brieven zijn doordringt
met paprika, het hele leven ruikt naar paprika, Okselaapje ruikt naar
paprika, Hubert Stuipje ruikt naar paprika. Donald Dankzand ruikt naar
paprika.
Arnold Roodkop is een paprika, een welbekend ras, genoemd naar de teler
die de paprika gekruist heeft vanwege de zoetzure smaak en de wat
slankere vorm met minder zaadlijsten. Sylvanus legt de brieven terzijde
en leest het begin van zijn verhaal. Het cabaret van de ziel. Het komt
hem zo bekend voor, hij aarzelt, maar dan toch, hij begint het verhaal
voor zichzelf voor te lezen, het zijn, zijn eigen woorden, geschreven
met een pen op tekenpapier in een oud schetsboek, waarin ook tekeningen
van huizen staan.Het cabaret van de ziel. In de muffe slaapkamer van de
meest moderne en succesvolle hedendaagse kunstenaar van het afgelopen
decennia, slingerden de versleten kleren van de hardwerkende
handarbeider in het rond. Arnold Roodkop had een gruwelijke hekel aan de
kleren van de Keizer. De kleren van de Keizer, die veel van zijn
collega's leken te moeten dragen, met altijd voor het gemak een zwarte
barbiepop en een vibrator in de fluwelen binnenzak van het met gouden
draden gestikte colbert. Hij vervloekte die kleren, de belachelijk dure
colbertjasjes, en voor wurgseks geschikte stropdassen. Hij vervloekte
die belachelijke poppen. De heren van stand, die hij vanuit zijn ogen
had geobserveerd, ze droegen altijd dezelfde kleren. Lieten zich naaien
door travestieten. Ze kozen altijd dezelfde stropdassen, ze waren
eigendom geworden van de tijd, die hen wurgde in het aardse. Ze waren op
aarde om te zijn wie ze waren. Er was voor hen in geen eeuwen iets
veranderd. Het waren heren van stand uitblinkend in menselijkheid,
schitterend in medemenselijkheid voor alle levende wezens hier op aarde.
Maar ondertussen in het geheim schoten ze minnaars dood, lieten ze
minnaressen lijden en vervloekten ze de Paus als een Jan Clausen. Ze
droegen hun kleren met de nodige waarheid en waardigheid, en hadden een
hekel aan Arnold Roodkop omdat hij vasthield aan zijn berenpakje, en
niet veel meer bewoog buiten zijn slaapkamer, waarin de sjieke drankkast
stond te slijten, verliefd op zijn dromen.Sylvanus Groentelijf leest in
zijn zelfgeschreven verhaal Cabaret van de ziel en hij beseft dat hij
Arnold Roodkop, die in werkelijkheid een bekende paprikateler is,heeft
omgetoverd in een fantasie figuur, vol seksuele normen, en enerverend
moraal een slimme fantast, die wonderbaarlijk goed tegen sterke drank
kan, en eigenlijk nooit nuchter is, zelfs niet wanneer hij de liefde
bedrijft met heldhaftige vlinders, die dikwijls over buikpijn klagen.
Arnold Roodkop, de heldhaftige avonturier van de Middelbare
tuinbouwschool, de pionier van de paprikateelt, hij is in de fantasie
van Sylvanus Groentelijf verandert in een goedaardige gek, met melige
fantasten, een kruidenier die dronken fluistert naar de radiostemmen in
zijn geëigende hoofd, en af en toe de kwast ter hand neemt met een
beestachtig resultaat, weer goed voor de nodige centjes, in dure
galeries met deftige dameshondjes, geen enkele twijfel een eenheid met
de verf en de kwast, dat doortastend vermogen, die eigen gemaakte blik
der herkenning, de vuist van het volk. Arnold Roodkop die nooit een
kater heeft en slechts in de verleden tijd leeft, omdat Sylvanus dat zo
heeft willen schrijven in het Cabaret van de ziel, het Cabaret van
Arnold Roodkop, de held uit zijn jong volwassen jeugd, treinreizen lang
zat hij in zijn hoofd, en probeerde hij uit zijn hoofd te komen, maar
tenslotte fantaseerde hij over een drankkast in de slaapkamer. Het was
een briljant idee geweest zijn drankkast in de slaapkamer te plaatsen.
En hij was al die jaren een lichtend voorbeeld geweest voor alle
succesvolle kunstenaars, die hadden getracht hem te imiteren, door ook
een drankkast in de slaapkamer te zetten. Het was een nationale trend
geworden. Met naweeën in het buitenland. Het had ontzettend veel
voordelen en nauwelijks nadelen. Arnold Roodkop vervloekte de politiek.
Die meerijders. Vroeger toen hij nog onbekend was niet, maar later
naarmate hij bekender werd steeds meer.Hij had zijn eigen werkelijkheid
geschilderd. Hij had zijn eigen route uitgestippeld. Hij had tegen
beterweten in zijn eigen nieuwsbronnen geraadpleegd. Tegen de muren
stonden schilderijen. Sombere en vrolijke schilderijen gemaakt door een
onbeholpen naakte ziel. Een gekrompen ego op zoek naar bevrijding, een
leven buiten de paprika, en de niet zelf gekozen roem. Een ziel die het
dansen was verleerd, maar de benen nog kon bewegen, maar niet buiten de
slaapkamer. Niets buiten de eigen slaapkamer. Zelfs niet de dromen over
brieven schrijven. Brieven die hij beter niet aan Sylvanus Groentelijf
had kunnen schrijven. Een mens was nergens meer veilig.
Schrijver: Mobar V., Amsterdam.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
woensdag 16 september 2009
BeantwoordenVerwijderenBeste Lezers
Bedankt voor de altijd lieve en goed bedoelde reacties onder mijn gedichten en verhalen en de waardering daarvoor, toch zou ik jullie willen vragen mijn gedichten en verhalen wat meer als fictie te lezen, en niet zulke op de persoon gerichte reacties te geven, ik heb namelijk geen vriend, wel een keuken, maar de meeste gedichten en verhalen zijn fictie, en zouden ook over iemand anders kunnen gaan. Ik probeer in mijn gedichten en verhalen de waarde van emoties te onderzoeken, en probeer met originele beelden, gevoelens te verwoorden. Dat hoeven lang niet altijd mijn eigen gevoelens te zijn, het kunnen ook gevoelens uit het verleden zijn, of gevoelens van iemand anders. De ik persoon in mijn gedichten en verhalen ben ik in de meeste gevallen niet zelf, tenzij duidelijk is dat het wel zo is.Ik zoek daarbij ook een spanningsveld met het intellect, omdat ik alleen maar vanuithet gevoel schrijven vaak eenzijdig vind, en in personages heel anders dan mijzelfgevoelswaarden kan leggen die mogelijkerwijs interessanter zijn om te onderzoeken.Ik hou van het zoeken naar wat diepgang en filosofie, maar voel me daar behoorlijkbescheiden in, omdat alleen de allergrootste geesten van niets kunnen leven.Ik heb mezelf wijs gemaakt dat ik de mensheid met mijn schrijven iets te bieden heb,ik weet dat dit heel grotesk klinkt voor een amateur schrijver, maar ik geloof dat behalve het licht ook de duisternis veel nuance heeft te bieden, en ik ben beslist geen doemdenker.Zoals jullie als lezer waarschijnlijk al in de gaten hebben, gaat dit schrijven wel over mezelf.Ik hoop dat ik er niet te ver naast zit met te stellen, dat jullie mij wel zien zitten als schrijver. Met vriendelijke groet, Mobar.
*
© september 2009, mobar
donderdag 8 maart 2012
BeantwoordenVerwijderenDe partij voor de dieren
De partij voor de dieren
Hersensprookjes
Geschreven door mobar
Toen de partij voor de dieren voor het eerst meedeed aan de verkiezingen, werd er door veel mensen wat lacherig over gedaan. Dieren konden immers niet stemmen, mijn inziens een reden om juist wel voor hen te stemmen. Inmiddels heeft de partij voor de dieren, mede door de niet aflatende inzet van de knapogende Marianne Thieme naam gemaakt in de tweede kamer, en is het dierenwelzijn ook op de agenda's van de andere partij meer aanwezig.
Maar nog steeds wordt er lacherig gedaan over deze partij, zoals ook weer bleek tijdens een uitzending van Pauw en Witteman waarin het onderwerp van het stopzetten van de kabeljauw en palingvangst een van de onderwerpen was, en de knappe Marianne Thieme een van de gasten.
Tijdens dit programma bleek dat Marianne Thieme zich niet door lacherige voetbaljournalisten of belanghebbenden uit de visserijsector uit het veld liet slaan. Maar haar standpunten over het uitputten van de aarde door overbevissing duidelijk naar voren bracht, zoals later die avond ook bleek op de reacties op haar facebook, waar ik ook een aardig berichtje achterliet. Tijdens dit programma gaf zij ook nog eens blijk van ook over andere onderwerpen zoals het misbruik binnen de Rooms Katholieke kerk een duidelijke en heldere mening met inzicht te hebben. Zoals zij het verwoorde, het gaat in feite om machtsmisbruik.
Het soort van machtsmisbruik waarvan ook de dieren in de wereld de dupe zijn geworden.
Natuurlijk het is makkelijk lacherig te doen over een partij die voor de rechten van dieren opkomt. Maar het bestaan van zo'n partij gaat veel verder dan dit, zolang er mensen zijn die dieren misbruiken middels intensieve veehouderij, overbevissing, zal ook het vraagstuk van de overbelasting van het milieu urgent blijven. En meer nog, wie geen respect heeft voor levende wezens, en deze behandeld als producten zonder ziel, zal ook steeds meer de neiging gaan vertonen zo ook zijn medemens te gaan zien. De ene mens zal zich meer voelen dan de ander, het gaat allemaal om ziekelijke machtssystemen.
Dat het huidige conservatieve Vaticaan, een hooggeplaatste heilige een achterlijke uitlating over homoseksualiteit laat doen,getuigd ook weer van deze ziekelijke machtssystemen, en is het zoveelste bewijs dat het heilige boek door boze mannen en niet door God is geschreven.
Gelukkig zijn er andere mensen met meer wijsheid dan deze onbeholpen mannen. Ik noem er twee van het vrouwelijke gedaante: Marianne Thieme, Antoinette Herzberg.
Persoonlijke helden voor mij.
© april 2010, mobar